dinsdag 17 april 2012

Maleisië

De Petronas torens in Kuala Lumpur kwamen we niet op - moet je ruim te voren op Internet boeken of ’s ochtends heel vroeg verschijnen voor een paar kaarten.
De jungle hebben we echter wel ontdekt en wel met overnachting in een bamboehut onder begeleiding van de lokale jungle-specialist die ons meteen na aankomst afmatte met een 3.5 uur durende ‘wandeling’ (meer
een klim) die we door zijn enthousiasme gelukkig goed volbrachten.
Helemaal aan Noa besteed die continue in de voorhoede van ons gezelschap was (we reisden met vrienden) en alleen nogal hysterisch reageerde op een bloedzuiger aan haar been. ’s Avonds vlees op een vuur en in bamboestam gekookte ‘sticky rice’. Thomas’ z’n gameboy kon er niet worden opgeladen.
Toen weer naar KL waar we een muffig hotel (hok met bed) in Chinatown vonden vlak naast een plek waar grote aantallen eenden in kokend vet klaargemaakt werden.
Daarna naar de ‘highlands’ van Maleisie: eindeloze theeplantages en wonderbaarlijk genoeg vele aarbeienvelden (wel goed in combinatie met scones, overal te krijgen bij de theeplantages, maar niet met de nasi campur). Al met al een bijzondere reis en een interessant land met een rare mengeling van oorspronkelijke bewoners, Chinezen (30%) en Indiers - elk met hun eigen religie maar toch overwegend een moslim land.